Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Suspendisse varius enim in.
Het materiaal van de blauwe versie van Woordenboost sluit aan bij de Viertakt (Verhallen) doordat de makers van Woordenboost de woorden ingedeeld hebben in betekenisvolle thema’s. De Viertakt komt ook terug in de opdrachten.
Naast het aanleren van woordenschat via De Viertakt speelt in het deze versie nog een extra dimensie mee. Voor leerlingen in de leeftijd van 12 – 18 jaar is het belangrijk om de wereld verder te verkennen, de wereld wordt in die periode steeds groter. Die oriëntatie op de grotere wereld is belangrijk in het ontwikkelen van waardevolle interesses en het vinden van rolmodellen en uiteindelijk ook voor studiekeuze. Door de woorden in te delen in verschillende thema’s en door de keuze van de teksten levert Woordenboost een bijdrage aan het verder ontdekken van de wereld en het vinden van die waardevolle interesses.
Leerlingen leren de woorden via een thema eerst passief aan, waarna ze de woorden actief gaan gebruiken. In de oefeningen zijn leerlingen o.a. bezig met het leggen van verbanden tussen woorden; welke woorden passen bij elkaar of zijn juist tegengesteld? Welk woord past het beste in de zin?
In de actieve oefenvormen zijn leerlingen enerzijds praktisch bezig met de taal: de leerlingen krijgen een thuisopdracht en gebruiken de woorden zo in interactie met hun omgeving. Daarnaast zijn er opdrachten waarin de leerlingen creatief met de taal bezig zijn: verhalen, gedichten, songteksten schrijven, etc.
Ook evalueren en reflecteren leerlingen op hun eigen woordenschatkennis, doordat ze hun persoonlijke woordenboek samenstellen. Met deze toepassing bedenken leerlingen welke woorden voor hen nuttig zijn om op te nemen in hun persoonlijke woordenboek. Dat vergroot de kans dat ze deze woorden onthouden en gaan gebruiken.
In het lesmateriaal van Woordenboost zijn voor het aanleren van woorden verschillende oefenvormen uitgewerkt. Elk thema begint met een tekst waarin de woorden van het thema in een bepaalde context geplaatst zijn.
Als leerlingen in de tekst over deze thema-woorden scrollen, krijgen ze een omschrijving en een afbeelding te zien. Voor het aanleren van nieuwe woorden is dit de start.
In de ‘synoniemen oefening’ en de oefening ‘Welke woorden passen bij elkaar?’ verbinden leerlingen de nieuwe woorden met woorden die ze al kennen.
Door het lezen van de teksten, leren leerlingen ook de betekenis van de woorden die ze aanleren.
Met het lesprogramma Woordenboost dragen we bij aan gelijke kansen in het voortgezet onderwijs. Het materiaal is ontwikkeld in samenwerking met scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Daarbij is uitgegaan van wetenschappelijke kennis op het gebied van woordenschatonderwijs en gebruik gemaakt van de Europese Referentiekaders om de woorden in te delen in verschillende niveaus (van A2 tot en met B2).
Woorden die gebruikt worden in lesmethodes zijn terug te vinden in de woordenlijst van Woordenboost. Deze woorden zijn gekozen in samenwerking met de docenten van alle vakgebieden. Daarnaast hebben we, in samenwerking met Thomas More Hogeschool in Antwerpen en de Radboud Universiteit in Nijmegen, het lesprogramma Woordenboost onderzocht op impact en dat blijven we de komende jaren doen.